Hoogbegaafd in de wiskundebijles

hoogbegaafd in de wiskundebijles

Hoogbegaafde leerlingen lopen tegen allerlei dingen aan in het reguliere onderwijs en in de wiskundeles.


Bij Het Volkomen Kwadraat zijn we bekend met die problematiek en gaan we hiermee aan de slag.


Een greep uit de werkelijkheid van een hoogbegaafde leerling in de wiskundeles.


Creatieve oplossingen


Hoogbegaafde leerlingen bedenken dikwijls zelf hun methodes. Ze hebben eigen en andere denkpistes dan diegene die in de klas worden aangeleerd. Deze denkpistes zijn hun normale manier van denken en de aangeleerde methodes in de les aanleren/volgen is dikwijls moeilijker en voelt dikwijls onnatuurlijker aan dan hun eigen denkpistes te volgen.


Dit kan ook een copingmechanisme zijn. Ipv te zeggen 'ik begrijp het niet' en hulp te gaan zoeken (dat doen ze niet graag want dan denken ze dat ze dom zijn), gaan ze zelf denkpistes bedenken. En deze blijken helaas niet altijd juist. Hoeveel te langer een leerling verkeerde denkpistes aanhoudt, hoeveel te dieper ze ingesleten zijn in de hersenen en hoe moeilijker het wordt om ze er terug uit te krijgen.


Hoe kan dat dan hoor ik je denken. Zijn die leerlingen dan niet slim genoeg om te weten dat die denkpiste niet klopt of slim genoeg om die denkpiste zelf terug recht te trekken?


En het antwoord is 'neen'!


De hoogbegaafdheid zit oa. in het kunnen en willen bedenken van nieuwe denkpistes en niet (in eerste instantie) in de juistheid daarvan.


De Mythe van het Wonderkind is daadwerkelijk een mythe. Een hoogbegaafde leerling heeft adequate begeleiding nodig om helemaal tot z'n recht te komen, om tot excellentie te komen. Ze hebben een fijnafgestelde ondersteuning nodig. Men noemt dat de zone van de naaste ontwikkeling. De opdrachten die een begaafde leerling krijgt, mogen niet te makkelijk zijn maar ook niet te moeilijk. Het eerste werkt verveling en demotivatie in de hand, het tweede faalangst. 












In de bijles gaan we dus aan de slag met die denkpistes. Juiste worden ondersteund, foute worden afgeleerd of verbeterd. 


In de clinch met de leerkracht


Met die eigen ontwikkelde methodes en denkpistes roepen ze soms ook de toorn van de leerkracht op zich af. Sommige leerkrachten rekenen enkel de methode die aangeleerd is in de les juist. Of als de gebruikte methode op de toets niet meteen helder is, wordt er niet verdergekeken naar eventueel steekhoudende argumenten. Bijgevolg worden soms (deels) juiste redeneringen niet beloond.


Leg dat maar eens uit aan je hoogbegaafde leerling. Demotivatie stond al om de hoek op de loer.


En de leerling durft de leerkracht daar dan soms ook nog, vanuit een gekrenkt rechtvaardigheidsgevoel, op een nogal onomwonden manier op aanspreken ;)

Tweemaal prijs!


Ik wil hier wel bij zeggen dat de leerlingen er soms notationeel en structureel een potje van kunnen maken en dat de leerkracht dan geen zin meer heeft om de hierogliefen te ontcijferen, moet je ook kunnen begrijpen. En soms is de oplossing ook gewoon ronduit fout.


Dus in de bijles wordt inzicht meegegeven in de verwachtingen van de leerkracht, gewerkt aan notatie en structuur en het zelfvertrouwen en zelfbeeld van de leerling wordt opgekrikt of ondersteund.


Oplossingen doorzien


Of ze 'doorzien' de oplossing van een vraagstuk als het ware waardoor ze niet in staat zijn om tussenstappen op te schrijven en dus geen punten krijgen. Of in het ergste geval beschuldigd worden van afkijken. Ook zijn sommige oefeningen voor hen zo doorzichtig dat ze niet begrijpen dat er überhaupt een vraag over wordt gesteld. En dan beginnen ze aan hun eigen intellect te twijfelen.


Cognitieve begaafdheid


Bovendien denkt men bij hoogbegaafdheid dikwijls aan cognitieve begaafdheid. Alhoewel een hoogbegaafde leerling steeds een hoge intelligentie met zich meedraagt, kan de begaafdheid zich op een totaal ander vlak bevinden of uiten bvb een fysieke begaafdheid zoals die van een topsporter of de begaafdheid op muzikaal vlak.


Meer lezen over de meervoudige intelligenties van gardner kan je in het menu onder talentbegeleiding.


Leren Leren


Hoogbegaafde leerlingen kunnen een hele tijd bogen op hun uitzonderlijke verstand en geheugen waardoor school hen lang goed blijft afgaan zonder al te veel extra tijd aan de leerstof te spenderen. Maar op een bepaalde dag wordt de hoeveelheid leerstof te groot en te ingewikkeld en dan zitten ze met de handen in het haar. De buizen stromen binnen en ze weten niet wat ze moeten doen. Ze hebben geen studie-attitude aangeleerd en ze hebben ook niet geleerd hoe je complexe materie dient aan te pakken en te verwerken.


Hier is een stukje 'leren leren' aan de orde. Tips om de leerstof aan te pakken worden meegegeven. bvb wat aannemen, wat van buiten leren, wat echt leren of proberen te begrijpen, waar zit de kern van de zaak,...


Verveling


Elke dag nog meer van hetzelfde en nog eens herhalen. Om je werkelijk out of je mind te vervelen.

Hoogbegaafde leerlingen hebben door hun snelheid van leren zaken sneller door en ze zijn zo geboren dus ze zijn al van jongsafaan nieuwsgierig en leergierig, dikwijls ook informatiesponzen waardoor ze al heel wat zaken die in de klas aan bod komen, kennen.


Zoals eerder aangehaald hebben deze leerlingen voldoende uitdaging en complexiteit, voldoende hoeveelheid en voldoende nieuwigheid nodig om niet dood te gaan van boredom. Als ze nergens voldoende input krijgen gaan ze afvlakken, outzonen en afhaken. Die complete demotivatie omkeren is moeilijk dus liever voorkomen dan genezen.


Automatisering


Automatiseren is een moeilijke. Willen we dat of willen we dat niet?


Mijns inziens is het een kwestie van een goede balans te vinden. Teveel automatiseren brengt teveel conidtionering met zich mee maar te weinig automatiseren maakt het leven moeilijker. 


Stel je voor dat je niet onthoudt dat je als de bel gaat moet opstaan om de deur open te doen, dan ga je heel wat bezoek mislopen. Het gedrag dat volgt op de bel die gaat, wil je dus wel automatiseren. 


En wat wiskunde betreft wil je die tafels ook wel geautomatiseerd hebben zodat je niet telkens opnieuw moet gaan rekenen om de uitkomst van 7x8 te kennen. 


Maar bij hoogbegaafde leerlingen gaat het hier twee richtingen uit. Ze hebben een uitzonderlijk leervermogen en dus een uitzonderlijk automatiseringsvermogen. Dat is ronduit 'gevaarlijk' als ze verkeerde denkpistes gaan opslaan. Aan de andere kant automatiseren ze zoiets 'simpel' als de tafels dikwijls niet omdat het rekenproces zo snel gaat dat het bijna geen moeite kost en het ook niet opvalt dat ze telkens opnieuw 7x8 opnieuw berekenen ipv het van buiten geleerd en geinternaliseerd hebben.


Als je als hoogbegaafde leerling even snel de berekening kan maken, doe dat dan. Op die manier hou je geheugenruimte vrij en hou je je hersenen flexibel (omdat er een spoor minder is ingesleten en omdat je telkens opnieuw je hersenen moet gebruiken). 


Er wordt van dat automatiseren dikwijls wat gemaakt maar voor mij is het dus een kwestie van balans vinden en kritisch en alert blijven op de sporen die je in je hersenen wil aanbrengen. Wie zegt dat automatiseren de norm is? En als iemand dat zegt, heeft die dan gelijk? Want wat is de norm? Hè?


Divergent denken


Om wiskundevraagstukken op te lossen moet je afwisselend convergent en divergent denken. En laat dat divergente denken net iets zijn wat op het lijf van een hoogbegaafde leerling geschreven is. Hier kunnen ze hun creativiteit de vrije loop laten gaan. We trekken het vraagstuk open, gaan op zoek in het arsenaal aan wiskundemateriaal dat we de afgelopen jaren in onze rugzak hebben gestopt, en kiezen dan een piste uit (convergent denken) om daarmee tot een oplossing proberen te komen. Lukt dat niet dan kiezen we een andere piste of we gaan nog eens opnieuw divergeren. 


Maar soms is een leerling zich daar niet van bewust. Van die afwisseling en dat het dat is dat je moet doen, dus dat sturen we even bij.


Beelddenken en weten wat je niet weet


Beelddenken gaat pakken sneller dan lineair denken. Leerlingen die beelddenken gaan bvb woordjes in het eerste leerjaar leren aan de hand van de plaatjes die er bij hangen. Ze internaliseren het plaatje van een boom en ook! een plaatje van het woord 'boom'. Zie je hoe dat sneller zal gaan dan letter per letter het woord b-o-o-m leren?


Beelddenken is ook holistisch denken, denken in gehelen of op zoek gaan naar het globale plaatje. Daardoor is een hoogbegaafde leerling dikwijls erg gebaat als je van bij het begin een glimp van het grotere plaatje toont en dan dat plaatje beetje bij beetje van bovenaf gaat invullen ipv spiraalgewijs (zoals het reguliere onderwijs tewerk gaat) en lineair van onderuit de leerstof beetje bij beetje aan gaat brengen.


Door het grotere plaatje te tonen zijn ze dikwijls ook in staat om zelf bepaalde vlakken in te gaan kleuren. Zo krijgen zij een zicht op de omvang van het niet-weten en dat brengt rust. Ja een hoogbegaafd iemand weet wat ie niet weet en dat kan soms beangstigend zijn.


Snel en traag denken tegelijkertijd


De verwerkingssnelheid is groter maar door het feit dat ze steeds met het globale plaatje bezig zijn en dat willen verwerken, komen ze trager (afhankelijk van de omvang van het topic natuurlijk) tot prestatie. Dat brengt met zich dat ze meer processing tijd nodig hebben en dat hun plaatje nog niet af is tegen de tijd dat er op school een toets gegeven wordt.


In de bijles doe ik steevast twee dingen. Het globale plaatje meegeven en de essentie van de materie belichten. En met die twee zaken kan een hoogbegaafde leerling aan de slag om onder begeleiding de rest van het plaatje (sneller) in te vullen.


Metacognitieve vaardigheden


Dit komt uiteraard elke leerling van pas. Zij het dat een hoogbegaafde leerling hersenen heeft die uitermate geschikt zijn voor metacognitieve handelingen. Denken over denken is iets wat zij heel goed kunnen en als vanzelf doen. 


Maar wat zijn die metacognitieve vaardigheden dan juist? Ik noem het je eigen coach zijn. Je gaat jezelf monitoren tijdens een oefening door jezelf gepaste vragen te stellen. Ben ik nog juist bezig? Ga ik in de richting van de oplossing? Ben ik de oefening niet ingewikkelder aan het maken? enz


Deze manier van jezelf opvolgen toon ik voortdurend door tijdens het oplossen van een oefening te zeggen wat ik denk.


Ik hecht veel belang aan wat hieronder monitoren, zelf-evaluatie en reflectie wordt genoemd. Maar ook het activeren van voorkennis, het stellen van een doel en een plan opstellen om daar te komen zijn onderdelen die ik benoem tijdens het oplossen van vraagstukken.






















Growth Mindset


'Ik kan dat niet' bestaat niet. 'Ik kan dat (nog) niet' wel.


Statische mindset vs groei mindset


Gaat leren je makkelijk af?

Bekijk je fouten en tegenslagen als waardevolle feedback om het volgende keer beter te doen?

Ben je niet bang om fouten te maken omdat je uit je fouten kan leren?

Geloof jij dat je je persoonlijkheid, intelligentie en talenten kan ontwikkelen?


Dan heb je ongetwijfeld een groei mindset!


Bij deze manier van denken ga je ook uitdagingen aan waarvan je niet zeker weet dat je ze gaat kunnen of weten.


Succes is dan geen gevolg van slim zijn of aangeboren talent hebben maar een gevolg van hard werken, motivatie, doorzetten en zelfontplooiing.


Je hoeft niet alles meteen te kunnen. Je geeft jezelf de tijd om het leerproces door te maken. Je legt de druk op jezelf niet zo hoog. Falen blijft niet leuk maar het bepaalt niet wie je bent.


Je hebt er dus alle voordeel bij om je een groei mindset aan te meten.


Tijdens de bijles leren we dat je van je fouten kan leren.


Faalangst en onderpresteren


Hoogbegaafde leerlingen hebben niet geleerd dat je soms ook eens moeite moet doen om iets te kunnen of om een doelstelling te behalen. Ze denken dat ze alles meteen moeten kunnen en als dat niet lukt, dat ze dan dom zijn. En dat is natuurlijk helemaal niet waar.


Het is voor hun dan ook makkelijker te dragen dat ze niet slagen door niets te doen dan dat ze niet slagen als ze werkelijk het onderste uit de kan hebben gehaald. En dus doen ze niets meer.


Ook het impostersyndroom hoort hier thuis. Angst om door de mand te vallen.





De zone van naaste ontwikkeling (ZNO) is het aanspreken van het kind op een niveau dat net buiten bereik is van wat een kind op eigen kracht kan.
Wat een kind zelfstandig kan, is de actuele ontwikkeling. Waar een kind hulp bij nodig heeft, is de naaste ontwikkeling. Het gebied ertussen is de zone van naaste ontwikkeling: activiteiten die het kind nog niet zelfstandig kan, maar wel wanneer het sociale ondersteuning krijgt bij de uitvoering ervan.
Als je de zone van naaste ontwikkeling van een kind aanspreekt, doe je dit door (ondersteund) aanbod dat net boven het niveau van het kind ligt.

https://wij-leren.nl/zone-van-naaste-ontwikkeling.php

Een belangrijke karakteristiek van “cognitief hoogbegaafd” leren is het niveau van toepassen van metacognitie. Het begrip metacognitie werd oorspronkelijk geformuleerd als kennis over en regulatie van iemands cognitieve activiteiten en leerprocessen (Flavell, 1979).

 

Metacognitie verwijst naar de kennis en vaardigheden om het eigen denken en handelen te sturen en te controleren;

Veenman (2011a) noemt de volgende vaardigheden:

 

Taakanalyse;

Het activeren van voorkennis;

Het stellen van doelen;

Plannen;

Monitoren;

Zelf-evaluatie;

Reflectie.


Uit 'Van potentieel tot groei'

Maureen Tielen van mind-quest.nl

May Nellen van maynellenabc.nl